lepidoptera.online © 2024 Adriaan van Os - Vlinders van Zuid-West Europa   f


Nederlands, Français, English, Deutsch, Español, Lingua Latina, Català

Vlinders van Zuid-West Europa

Alfabetische index, Verwijzingen en literatuur

Voorwoord - Inleiding, Habitat, Determinatie

Dagvlinders, Nachtvlinders, Microvlinders

Dagvlinders Nachtvlinders Microvlinders

Inleiding


In de zomer van 2017 bezocht ik het Tropique du Papillon in Elne. Binnen in het Tropique is een tropische vlindertuin die zeer de moeite waard. Buiten is een tuin aangelegd met planten die voor vlinders aantrekkelijk zijn. Toch zitten in de buitentuin nauwelijks vlinders, zelfs niet op de altijd zo populaire Buddleja davidii (vlinderstruik). Het probleem is ..... dat er rond Elne veel landbouw is en het landbouwgif is dodelijk voor vlinders.

Dat is de droevige realiteit. Daar waar de menselijke “cultuur” aan het werk is, moeten de vlinders wijken. Die vinden hun laatste toevluchtsoord in de bergen en in gebieden met weinig mensen. Ze kunnen alleen nog daar leven waar geen ontwrichtende activiteiten zijn en geen ambtelijke stompzinnigheid.

Deze website is gewijd aan de vlinders in Zuid-West Europa, ruim genomen. De meeste foto’s zijn gemaakt in de bergen, met name in de Franse Pyrénées-Orientales in de Haut-Vallespir en Conflent, waar de rijkdom aan vlinders nog groot is.




Een verlaten leisteen/schist mijn waar ik een grote rijkdom aan vlinders aantrof.

Habitat


Vlinders hebben licht nodig, zon om op te warmen en bloemen om zich met nectar te voeden. Bij een oerbos stellen we ons een dicht woud voor, maar het tegendeel is waar. In een oerbos komen van nature de omzoomde open plekken voor die vlinders nodig hebben, ook de vlindersoorten die in bossen leven. Met de vernietiging van het oerbos en de aanplant van eentonige dichte naaldbossen, zijn vlinders afhankelijk geworden van omzoomde open plekken in cultuurlandschappen en van een juist beheer (pdf). We vinden dan ook de meeste vlinders:

• langs bospaden die ruwweg worden opengehouden (zonder dat men er teveel aandacht aan schenkt of er een burgerlijk tuintje van maakt)
• op plekken met begrazing (maar geen overbegrazing)
• op rotsachtige plekken, die van nature open of half open zijn
• op andere open en half-open plekken
• op plaatsen met een schist of leisteen bodem
• op plekken met hoog ongemaaid gras
• in wegbermen
• in de buurt van een riviertje of bergstroompje
• in de modder, waar mannetjes-vlinders mineralen opnemen (om die via sperma aan de vrouwtjes door te geven)

Een leisteen/schist bodem warmt snel op en houdt de warmte ook vast. Vlinders warmen er zich graag in de zon op, net als in rotsachtig terrein. Regenwater wordt goed afgevoerd, maar een deel van het water dringt via scheuren tot diep in de ondergrond door en wordt daar opgeslagen.

Een rol spelen ook de wolken die zich rond hoge bergen verzamelen. In de Franse Pyreneeën bijvoorbeeld is duidelijk meer neerslag dan aan de Spaanse kant.




Mannetjes-vlinders zuigen mineralen uit de modder, om deze via sperma door te geven aan de vrouwtjes.



Vlinders hebben wilde planten nodig voor nektar en als voedsel voor de rupsen.

Determinatie


Bij verschillende soorten vlinders op deze website is aangegeven dat ze:

• op een andere soort lijken, of
• moeilijk te onderscheiden zijn van een andere soort, of
• niet te onderscheiden zijn van een andere soort.

Hiermee is bedoeld de determinatie op visuele kenmerken, zoals aan de hand van een foto. Vlindersoorten zijn in zulke gevallen wel te onderscheiden door inspectie van de genitaliën of door DNA-onderzoek. Maar dat laat ik liever over aan wetenschappers.

Het probleem bij de determinatie van moeilijk te onderscheiden vlinders is dat de natuurlijke variatie in een soort groter kan zijn dan het soms vage visuele determinatie kenmerk. Bij de moeilijk te onderscheiden soorten is de zekerheid van determinatie op uitsluitend visuele kenmerken in dit onderzoek 50 tot 70 %. Zelfs bij gelijkende soorten met duidelijk onderscheidende kenmerken is de zekerheid van determinatie op visuele kenmerken niet altijd absoluut. In dit onderzoek tussen de Koningspage en de Spaanse koningspage is de trefzekerheid 85 tot 95 %.

De determinatie krijgt meer zekerheid als we ook andere kenmerken in ogenschouw nemen, zoals:

• de datum waarop we de vlinder aantreffen in relatie tot de voor de soort bekende vliegtijd
• het gebied waarin en de hoogte waarop de vlinder voorkomt
• het soort landschap waarin we de vlinder of de rups aantreffen
• het uiterlijk van de rups
• de waardplant, de plant waarop het vrouwtje haar eieren legt.

Geen van deze kenmerken is absoluut, het zijn indicatoren, die tezamen een goede determinatie bepalen.

Bij sommige soorten op deze website is een vraagteken gezet bij de determinatie of is een alternatieve soort gegeven. Ik hou mij aanbevolen voor verbeteringen, suggesties, opbouwende kritiek.

Correspondentie per email adriaan@adriaan.biz of door het plaatsen van een bericht op de bij deze website behorende Facebook pagina.




Een Alpenweide op 2250 m hoogte in Tessin. Verschillende vlindersoorten zijn hoogtespecialisten